Met de groeiende populariteit van innovatiegericht circulair aanbesteden zien we ook een groei in het aantal vragen over de RCC aanbestedingsmethode (Rapid Circular Contracting) en haar zus de RIC (Rapid Impact Contracting). RCC en RIC worden door velen beschouwd als vernieuwend en mensen vragen zich af hoe zich dat verhoudt tot de wettelijke kaders rondom aanbesteden. De hoogste tijd dus om antwoorden te geven op vragen over de juridische kant van RCC en RIC.
In de laatste jaren heeft het aantal RCC en RIC aanbestedingen een vlucht genomen. Tot grote tevredenheid van veel opdrachtgevers en marktpartijen, want deze methode maakt inkoop tot een hefboom voor circulariteit en impact.
In deze Q&A geven we antwoord op praktische vragen over de wettelijke kaders rondom RCC en RIC.
Dat er soms onbeantwoorde vragen zijn rondom het wettelijk kader rondom RCC en RIC, bleek onlangs. Begin 2021 oordeelde de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvA) dat een RCC-aanbesteding uit 2019 onwettig was, omdat deze geen plafondbedrag of vast budget bevatte. Iets waar bij RCC en RIC normaliter wel sprake van is, maar in dit geval – bij wijze van experiment – niet. Wat dat betreft verschaft de Commissie helderheid en daar zijn we blij mee.
Bij KplusV innoveren we ten behoeve van duurzaamheid en impact. Bínnen de wettelijke kaders, uiteraard. Daarom hebben we ook dhr. Tony van Wijk, Advocaat en Partner bij Dirkzwager Legal & Tax, gevraagd nog eens kritisch te kijken naar de verhouding tussen RCC en RIC-aanbestedingen en de geldende wetten en voorschriften. Dat heeft in dit memo geresulteerd.
Tony van Wijk publiceerde onlangs ook een blog over dit onderwerp: ‘Rapid Circular Contracting aanbestedingsproof? Daarmee zijn wellicht nog niet alle vragen beantwoord. Daarom hier een Q&A over RCC- en RIC-aanbestedingen en de juridische kaders daarvan.
Lees meer op de website van KplusV.