Circulair brood op de plank

Circulair brood

Brood is het meest verspilde product in Nederland. Dagelijks wordt tussen de 10 en 15 % van al het geproduceerde brood weggegooid; dat zijn zo’n 300.000 tot 800.000 broden. Bakkers Paul Berntsen, Jos Veltmaat en Sebastiaan Hetterschijt vinden voedselverspilling ‘verschrikkelijk’ en richtten daarom Bakkersgrondstof op. Van overtollig brood maken zij desem, waar opnieuw brood mee gebakken kan worden. Oost NL ondersteunde het jonge bedrijf via het Business Innovation Program Food (BIPF). Hetterschijt: “Het programma heeft ons heel veel gebracht, ik kan het iedereen aanraden!” Ook hielp de ontwikkelingsmaatschappij bij zoeken van een geschikte locatie voor het bedrijf.

Beter product door BIPF

Bakkersgrondstof is zeer te spreken over het Business Innovation Program Food (BIPF).  “Het heeft ons heel veel gebracht! Je wordt gedwongen naar je klanten te luisteren, naar de markt die je gedefinieerd hebt. We hebben ontdekt dat we ons niet op de retailer, de supermarkten, moeten richten vanwege het kostenaspect. De potentie zit in het middensegment. We wilden oorspronkelijk alleen het poeder maken maar die groep adviseerde er een desem van te maken, dan hebben zij er minder werk mee. Door het BIPF is ons product beter geworden en onze business case sterker. In het begin voelde ik me soms persoonlijk aangevallen als geïnterviewden kritiek op ons idee hadden. Maar daar zijn we nu juist heel blij mee, je hoeft geen energie meer te stoppen in een markt die niet warm loopt voor jouw idee.”

Oost NL ondersteunde Bakkersgrondstof ook bij het zoeken naar een nieuwe locatie.  “We zaten in een garagebox en werden getipt door Oost NL dat het Nederlands Bakkerij Centrum (NBC) in Wageningen een ruimte vrij had. Bakkers weten de weg naar deze plek dus ideaal voor ons!”

Minder verspilling en minder CO2 uitstoot

Wat doet Bakkersgrondstof precies? “Wij bakken zelf geen brood. Wij halen aan het eind van de dag overgebleven brood op van bakkers. Van dat retourbrood maken we eerst een poeder en daarna, via fermentatie, desem. Met dat desem kan de bakker die het brood aanleverde weer brood bakken. Je kunt tot maximaal 25 % toevoegen, niet méér anders krijg je meer een soort pannenkoek. Als je 25% toevoegt, vermindert de CO2 uitstoot met 20%, omdat onze grondstof graan vervangt, waar kunstmest voor gebruikt is.”

Veel brood dat overblijft belandt momenteel in de diervoederindustrie. “Het verwerken van voedselresten tot veevoer staat op trede 3 van de zogenoemde Ladder van Moerman. Wij zijn bezig resten geschikt te maken voor menselijke consumptie, een trede hoger, dus beter.”

‘Alles begint bij smaak’

En hoe zit het met de smaak? “Dit brood is veel lekkerder dan normaal brood. Het fermentatieproces maakt de smaak alleen maar beter. Je had al smaak van het oorspronkelijke brood, daar komt extra smaak bij. Alles begint met smaak. Je kunt wel iets maken wat goed voor het milieu is, maar als het niet lekker is wordt het een lastig verhaal.”

‘Begin zoektocht om circulariteit op gang te brengen’

Hetterschijt heeft een advies voor andere ondernemers als het gaat om innovatie en circulair ondernemen. “Bij het mkb zit veel innovatiekracht. Ze moeten niet blijven kijken naar de grote jongens, naar universiteiten en consultants. Je kunt daar wel gebruik van maken maar begin daar waar je zelf invloed op hebt. De ambachtelijke bedrijven, de maakindustrie, de mensen die met hun poten in de modder staan; díe moeten het doen.  Begin een zoektocht hoe je circulariteit op gang kunt brengen.”

Transparantie is heel belangrijk voor het Bakkersgrondstof. “Omdat we met retourbrood werken zijn mensen soms wantrouwig. Studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) die de minor Circulaire Economie volgen hebben voor ons een ouwel met QR code ontwikkeld, zodat consumenten alle ins en outs van het brood te weten kunnen komen.”

Gebruik van data

De komende tijd richt Bakkersgrondstof zich op de reststroom, daarna wil het bedrijf bakkers helpen bij preventie. “De data die we verzamelen willen we inzetten om verspilling te voorkómen. Ook op andere manieren willen we bakkers helpen. Hoe precies weten we nog niet. Maar we hebben bij BIPF geleerd goed te blijven luisteren naar de bakkers, daar komen dan vanzelf weer producten en diensten uit van bijproducten, we zitten niet stil. We zoeken allerlei ‘kringetjes’, met als uitgangpunt dat de bakker die het aanlevert er zelf ook weer omzet van kan maken, dat is onze kracht!”