Een nieuwe publicatie in het tijdschrift Science Advances schijnt nieuw licht op waar en hoeveel plastic via rivieren in de oceanen terechtkomt. De studie laat zien dat 1000 rivieren bijna 80% van de plasticvervuiling afvoeren naar zee. Dit is 100 keer meer dan de 10 rivieren waarvan eerder werd aangenomen dat zij verantwoordelijk waren voor het grootste deel van de vervuiling. De studie is uitgevoerd door The Ocean Cleanup in samenwerking met onderzoekers van Wageningen University & Research, de Technische Universiteit Delft, de Universiteit Utrecht en het Helmholtz Centre for Environmental Research.
Rivieren zijn de belangrijkste bronnen van plastic in de oceanen. De nieuwe bevindingen wijzen erop dat de plasticverontreiniging van oceanen wordt veroorzaakt door een groot aantal kleine en middelgrote rivieren, gedefinieerd door een reeks geografische factoren die de grootste bijdrage aan de instroom van plastic in onze oceanen bepalen. Dit inzicht is in strijd met eerdere schattingen uit 2017 dat een klein aantal van de grootste rivieren de grootste bijdrage levert. Volgens de nieuwe studie zorgen 1000 rivieren voor bijna 80% van alle vervuiling. Dit is 1% van alle rivieren wereldwijd.
Oplossingen versnellen
Boyan Slat, oprichter en CEO van The Ocean Cleanup: “Hoewel het plasticprobleem qua schaal misschien immens lijkt, kunnen we door te weten waar plastic oceaanplastic wordt, een veel gerichtere interventie toepassen. Aangezien we enorme verschillen zien in de mate van vervuiling over de hele wereld, helpen deze resultaten om het probleem sneller op te lossen. Wij zullen deze nieuwe gegevens gebruiken als leidraad voor onze schoonmaakactiviteiten, en we hopen dat anderen dat ook zullen doen.”
Belangrijkste oorzaken
De hoeveelheid plastic afval die in de oceanen terechtkomt, wordt niet alleen bepaald door de hoeveelheid plastic die in een stroomgebied wordt geproduceerd – wat in de eerste plaats wordt bepaald door een combinatie van bevolkingsconcentratie, economische ontwikkeling en de kwaliteit van het afvalbeheer – maar ook door de kans dat plastic afval wordt gemobiliseerd en via de rivier naar de oceaan wordt getransporteerd. De belangrijkste factoren die bepalen hoe groot de kans is dat plastic afval de oceaan bereikt, zijn
- Neerslag en wind (om het afval in beweging te krijgen)
- Landgebruik en helling van het terrein (de ‘weerstand’ voor het plastic afval om te worden getransporteerd)
- De afstand tot de dichtstbijzijnde rivier en tot de oceaan (hoe langer de reisafstand van het plastic afval, hoe kleiner de kans dat het een rivier of de oceaan bereikt)
- Door deze waarschijnlijkheden in detail te bekijken, heeft het onderzoeksteam een algemeen beeld gecreëerd van waar en hoeveel plastic de oceanen bereikt. Deze kaart is beschikbaar op de website van de organisatie: theoceancleanup.com/1000rivers
Kleinere rivieren kunnen grote vervuilers zijn
De studie houdt rekening met deze extra factoren en laat een verschuiving zien in het inzicht in welke rivieren meer plastic uitstoten. Terwijl in vorige studies de grootste rivieren ter wereld de grootste bijdrage aan het probleem leverden, is het zwaartepunt verschoven naar kleinere rivieren die door kuststeden in opkomende economieën stromen.
Uit de studie blijkt bijvoorbeeld dat tropische eilanden gebieden zijn met een relatief hoge waarschijnlijkheid op vervuiling als gevolg van hun overvloedige regenval, korte afstanden van bronnen op het land tot rivieren (waarvan er op deze eilanden meestal veel zijn), en veel kortere afstanden tot oceanen dan grote continentale rivieren. Deze nieuwe factoren leiden tot duidelijke concentraties van plasticverontreiniging door rivieren in veel landen, waaronder de Filipijnen, Indonesië, Maleisië, de Dominicaanse Republiek en in heel Midden-Amerika, terwijl grote continentale landen als China en India ook nog steeds hoog op de lijst staan.
Regio’s met weinig vervuiling
Regio’s met een betrekkelijk geringe kans om probleemgebieden te worden zijn daarentegen door land omsloten landen, dorre gebieden met weinig wind, of gebieden achter dichte bossen. De lage waarschijnlijkheid wordt veroorzaakt door de veel langere reisafstanden die het plastic moet afleggen, met een grotere kans dat het afval op een of andere manier onderweg vast komt te zitten, in combinatie met een beperkte aandrijfkracht door trager stromende rivieren. Voorbeelden van regio’s met een lage vervuilingsgraad zijn Centraal-Afrika en West-China.
Bron: WUR